Spel 1: tic-tac-boem

Iedereen staat in een kring en 1 iemand ligt in het midden en roept: 'tic-tac, tic-tac, ...'. Ondertussen geven de kinderen in de kring een bal door. Wanneer de persoon in het midden 'tournez' roept, verander je de richting van de bal doorgeven. Wanneer de persoon in het midden 'boem' roept, moet diegene die op dat ogenblik de bal heeft, op de grond gaan liggen. Deze persoon ligt eruit. Diegene die daarnaast staat, springt eerst over deze persoon voordat ze de bal mag doorgeven. Het spel gaat verder totdat iedereen eruit ligt. Wie laatst overblijft is de winnaar.

Spel 2: Kringetje veroveren

Er liggen evenveel banden in een cirkel als kindjes die het spel spelen. Een kindje mag echter niet in zijn band staan en moet proberen in die band te komen. De andere moeten dit proberen te voorkomen door van band te verspringen met twee benen. 

Spel 3: aerobic: tijdens de muziek worden springoefeningen gedaan. Eerst doet de leidster er een aantal en dan mag er een kindje vooraan gaan staan. 

Enkele oefeningen (de keuze is natuurlijk reuze): 

- op topjes tikken afwisselend rechts en links; 

- springen zijwaarts met 1 been en/of met 2 benen;

- clapjacks: benen open en toe en ook handen hoog open en toe;

- op de grond eerst liggen, daarna rechtkomen en springen met handen hoog;

- elleboog naar knie;

- huppelen;

- squad: door knieën gaan en springen; 

Spel 4: rups verzamelaar

Er zijn 2 teams met hoepels en er zijn evenveel hoepels als kindjes in het team. Over het veld liggen er 'snoepjes' verstopt. De bedoeling is dat ze zoveel mogelijk snoepjes verzamelen door als een rups met de banden vooruit te gaan. Ieder kindjes staat in een hoepel/band en ze geraken vooruit doordat het voorlaatste kindje en laatste kindje samen in een band staan en de overgebleven band geven ze door naar het eerste kindje. Die legt de band voor zich en zo kan iedereen een band vooruit springen. 

Spel 5: tikkertje band

Tikspel waarbij als je getikt wordt moet springen in een bandenrij en daarna kan je terug meedoen met het spel. De 2de keer dat je getikt wordt moet je dezelfde bandenrij doen maar nu in achteruit. De 3de keer op 1 been. 

Spel 6: Hondje waar is je botje?

1 kind is een hondje. De andere zijn kinderen.

De kinderen hebben elk een potje (kegel), maar slecht onder 1 potje zit iets.

Raadt de hond het juist? Dan moet iedereen een springoefening doen

Raadt de hond het niet juist? Enkel de hond moet de oefening doen

Maak jouw eigen website met JouwWeb